The Dutch Poet

Op een Konijn

Bij Noordwijk zwom een nat konijn
te midden van een school tonijn
'Tja,' sprak het beest, 'dat tomt ervan
als men de ta niet zeggen tan.'

Op een kreeft

Er was te Rotterdam een kreeft
die steeds 'ik hebt' zei voor 'ik heeft'.
'En dit,' zo zei een Amsterdammer,
'is daarom zo bijzonder jammer
omdat het toont welk wanbegrip
men daar van werkwoordsvormen hib.'

Op een kip

Een kip sprak peinzend tot een ei:
'Wie was er eerder: ik of jij?
De wijsbegeerte mag misschien
op deze vraag geen antwoord zien,
maar ik heb, wat men ook mag zeggen,
nog nooit een ei een kip zien leggen.'

Op een muis

Een muis, op zoek naar kruimels kaas,
kroop in de baard van Sinterklaas.
'Wel eerder,' sprak de Sint bedaard
'werd door een berg een muis gebaard.
Maar dit is wonderlijk, bij Zeus:
hier bergt zowaar een baard een muis.'

Kees Stip (1913-2001)
uit: Puntgaaf (2022)